Sinds 2005 participeerde uw columnist gedurende enkele jaren wekelijks in de discussies op het internet-forum van de Duitse economieclub Attac. Daar had een handvol idealistische wetenschappers de uitdaging opgepakt om hun economische inzichten te verbreiden onder het volk. Ze schreven dagelijks hun bijdragen, en reageerden ook op de commentaren van bezoekers. Iedereen die aan de bak wilde, mocht meedoen. Zoveel persoonlijke aandacht is perfect voor nieuwkomers, die hun eigen kennis willen vergroten1. Aldus raakte uw columnist geprikkeld door geheimzinnige termen zoals M1 en M3, die kennelijk iets met geld van doen hadden. Het zijn hoge en sterke wallen, die voor het geld niet ommevallen. De fascinatie leidde tot de aanschaf van Geld, IEB en bedrijfsomgeving, een jaar later. Ten einde misverstanden te vermijden, IEB is een afkorting van "internationale economische betrekkingen".
De auteurs W. Hulleman en A.J. Marijs hebben een goede reputatie opgebouwd bij het publiceren van leerboeken voor het hoger beroepsonderwijs. Wat het duo doet, zit pedagogisch gezien goed in elkaar2. En ook in dit boek stellen zij niet teleur. Het is weer voor de bakker. Net zoals in hun andere boeken slagen ze er in om een goede mix te vinden van theorieën, statistische feiten, en voorbeelden uit de practijk. Het geheel wordt verlevendigd met stroomschema's, tabellen, eenvoudige grafieken, en foto's (dit laatste gelukkig niet te veel). Het lezen van dit boek was voldoende om voortaan volwassen te kunnen meepraten op het Attac forum, althans over geldzaken. Trouwens, het helpt ook om meer te begrijpen van onze moderne wereld, waarin de speculatie tot een kunst is verheven, en het RTL nieuws wordt gedomineerd door beursberichten. Men bemerkt in deze tijd, dat elk uit is op zijn profijt.
Wat vindt men inhoudelijk zoal in Geld, IEB en bedrijfsomgeving? Het boek begint met een uitleg van wat geld eigenlijk is, inclusief de vermaledijde termen M1 en M3. Hier staat ook het Nederlandse bankwezen beschreven, althans dat van 2005, want sindsdien zijn in de Grote Recessie de bakens verzet. Vervolgens wordt iets gezegd over het monetaire beleid, dat in het Europa van nu wordt uitgestippeld door de Europese Centrale Bank.. In dit hoofdstuk wordt men voorgelicht over onder andere de veelbesproken Euribor rentevoet. Nadat aldus de financiële wereld in kaart is gebracht, pakken de auteurs het thema van de internationale handel aan. Hier wordt ook de bekende theorie beschreven van de comparatieve voordelen, die een staat kan benutten ten opzichte van zijn handelspartners. Internationale handel loont. Wie enkel thuis koopt, wordt gestroopt. Die met de bakker eet, weet niet wat het brood kost.
Vervolgens keren de auteurs terug naar het geld, en beschrijven de handel in valuta. Vrije wisselkoersen leiden nogal eens tot instabiliteit. Omgekeerd vereisen vaste wisselkoersen, dat het monetaire beleid van de betrokken staten convergeert. De oplettende lezer heeft dit ongetwijfeld gemerkt in de recente publieke schuldencrisis, die uiteraard ontbreekt in deze vierde druk. Nadat aldus ook de internationale zijde van het geldwezen is verklaard, komt de vermogensmarkt aan de orde. Wie spaart, die vergaart. Men wordt er ingewijd in spannende en schimmige termen, zoals de onderhandse markt. Dit hoofdstuk wordt gevolgd door het boeiende thema van de internationale samenwerking. Sinds de Grote Depressie van het interbellum wordt er levendig gedebatteerd over dit soort samenwerking en integratie. Zowel wetenschappelijk als politiek probeert men een optimaal beleid te vinden, en die historische zoektocht levert nuttige stof op voor wie tijd over heeft3.
De laatste drie hoofdstukken zijn gewijd aan de risicobeheersing, van respectievelijk de rentevoet, de valutakoersen, en de economische ontwikkeling van staten. Men zoekt naar vuistregels. Bak bijtijds en leen geen brood. Hoewel recent veel inspanning is verricht voor de ontwikkeling van risicotheorieën, beperken deze hoofdstukken zich tot het geven van een globaal overzicht. Men wil prognoses maken van de conjunctuur, maar die zijn notoir onbetrouwbaar4. Als in januari de vorst niet komen wil, dan zeker in april. Overigens wordt de conjunctuur zelf hier niet uitgelegd; daarvoor moet men de andere boeken van het auteursduo raadplegen.
Het geheel overziend kan samenvattend worden geconcludeerd, dat Geld, IEB en bedrijfsomgeving niet bepaald leest als een roman. Het thema laat dat simpelweg niet toe. Waar de bakker woont, komt de brouwer niet. Maar Hulleman en Marijs doen hun best, en zorgen tenminste voor helderheid. Men moet dat niet bagatelliseren, want bij veel van hun collega's lukt zelfs dat niet. Daarom mag het boek worden aangeraden aan iedereen, die belangstelling heeft voor de mondiale economie, en wil meepraten met enig verstand van zaken.